Derdejaars verkennen deelgemeenten
Derdejaars verkennen deelgemeenten
De derdes verkennen de deelgemeenten van Zottegem
Nadat de leerlingen eerder op het jaar de school, de omgeving van de school en Zottegem-centrum verkend hadden, verkenden ze nu de deelgemeenten van Zottegem.
De ‘weergoden’ waren ons in alle geval goed gezind: Er was regen voorspeld maar het regende niet en het was niet koud voor de tijd van het jaar.
Vanop de parking van de Bevegemse Vijvers reden we eerst naar Godveerdegem. In de Tweekerkenstraat reden stapvoets voorbij de Sint-Pauluskerk, zodat we dit pareltje van Romaanse bouwkunst, konden bewonderen. Vandaar hadden we ook een enig mooi panorama op Zottegem.
Vandaar reden we naar het landelijke Erwetegem. Enkele kinderen merkten ook op dat er toch nog veel ‘groen’ was en dat er bij ons nog veel aan landbouw gedaan werd.
We zetten onze tocht verder om via Sint-Maria-Oudenhove langs smalle, kronkelende baantjes van de Vlaamse Ardennen in Sint-Goriks-Oudenhove halt te houden. Daar stapten we van de bus om een fikse wandeling te maken langs het Mijnwerkerspad. Dit autovrije wandel- of fietspad is het overblijfsel van een vroegere spoorweg, daarom is het zo recht. De naam komt van de mijnwerkers, die met de trein naar hun werk (de steenkoolmijnen) pendelden. Onder een stralend winterzonnetje was het een deugddoende wandeling.
Vandaar zetten we onze tocht verder naar Strijpen. In een uniek heuvelachtig landschap langs de Traveinsbeek passeerden we aan de hoeve van De Muyter met de nog steeds werkende watermolen. ‘Van den Borre’s molen’ werd rond 1150 gebouwd door de Norbertijnen, die in Strijpen een priorij hadden. In gevolge het opkomen van de grote veevoederfabrikanten werd in 1992 met het malen gestopt. De watermolen blijft echter draaien voor het maken van elektriciteit voor de huisverwarming. Bij speciale gelegenheden zoals ‘Open monumentendag’ wordt er nog eens graan gemalen. Simon, de jonge molenaar die er nu in zit vertelde ons met veel passie over het beroep van molenaar en hoe de molen werkt.
Van Strijpen reden we naar Elene. Daar stopten we aan de gerestaureerde kerk. We namen een kijkje op het kerkhof en ontdekten daar een kapel, een overblijfsel van de vroegere kerk. Daarin bevonden zich de graven van de familie Schockaert. Zij betaalden om de kapel te onderhouden.
Onze volgende stopplaats, waar we ook ons middagmaal nuttigden, was het archeologisch museum in de Paddestraat (bekend voor zijn doortochten van de Ronde van Vlaanderen) in Velzeke. In het museum keken we met open mond naar de rijke verzameling van voorwerpen uit de tijd van de Romeinen. De binnenplaats van het museum is een heuse Romeinse tuin.
Nadat we onze lunch genuttigd hadden reden we, via een omweg want de Provinciebaan in Velzeke was onderbroken, naar Oombergen waar we aan het gevaarlijk kruispunt ’t Vosken’ rechtsaf sloegen richting Leeuwergem. Langs een statige dreef kwamen we in ‘Het kasteel van Leeuwergem’. De kinderen merkten op dat de voorgevel van het 18de eeuwse kasteel volledig symmetrisch opgebouwd is. Zeer mooi zijn de vijvers, die gevoed worden door bronnen die hoger in het domein liggen. Eén van die vijvers wordt overheerst door twee indrukwekkende sfinxen! Maar de blikvanger was het lovertheater, waar men vroeger toneel in openlucht speelde.
Onze laatste stopplaats bevond zich op de grens van Leeuwergem en Grotenberge. Als afsluiter van deze leerrijke dag bezochten we het snoepjesbedrijf ‘Bogaert - De Smet’. De kinderen keken hun ogen uit! Al die lekkere snoepjes! Nadat ze heel aandachtig naar de uitleg geluisterd hadden, kregen ze allemaal een ‘neuske’ en een zakje met overheerlijke snoepjes.
Wat was dat een mooie afsluiter van een leerrijke dag!